Te hoge belasting op fruitautomaten en gokkasten

De belastingkamer van het gerechtshof in Amsterdam heeft uitspraak gedaan in een rechtszaak. De rechter is van mening, dat de belastingdienst een te hoge heffing heeft gebruikt op de bruto omzet van fruitautomaten en gokkasten. Over de bruto omzet moest door de exploitanten van fruitautomaten en gokkasten 29 procent worden afgedragen. Nu de uitspraak van de rechter is geweest, kan het maar zo zijn, dat de Nederlandse overheid een groot bedrag aan kansspelbelasting aan de exploitanten moet terugbetalen. De heffing in de vorm van kansspelbelasting is ingevoerd per 1 juli 2008. Volgens de uitspraak van de rechter zou de heffing in strijd zijn met het grondrecht op het ongestoord genot van eigendom.

Dat recht is opgenomen in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens. De kansspelbelasting zelf is niet in strijd met de wet, maar dus wel in strijd met het recht op ongestoord genot van eigendom. Het gaat daarbij om de wijze waarop de invoering van de heffing op de omzet van fruitautomaten en gokkasten tot stand is gekomen. De overheid moet vooraf hebben geweten dat de exploitanten in moeilijkheden zouden komen na de invoering van de hoge heffing. De rechter is van mening, dat de overheid eerst had moeten onderzoeken of de extra heffing op een of andere wijze gecompenseerd had kunnen worden. Overigens zullen de naheffingsaanslagen in stand worden gehouden. Er volgt wel een onderzoek of de exploitanten mogelijk recht kunnen doen gelden op een schadevergoeding. Het verhaal is nog echter niet ten einde, want er lopen nog een aantal proefprocedures en er kan nog bij de Hoge Raad in cassatie worden gegaan.